Terry Dolan - Terry Dolan (LP)

Toen Terry Dolan in 2012 overleed, wachtte hij nog steeds op de release van zijn debuutalbum, 40 jaar eerder opgenomen. Als folksinger was hij vanuit zijn geboorteplaats Connecticut westwaarts getrokken en op 21-jarige leeftijd in San Francisco beland. Na zes jaar optreden in de Bay Area tekende hij in 1971 bij Warner Bros. op basis van een demo, "Inlaws And Outlaws". Dit trage maar gepassioneerde nummer, dat al favoriet was op de lokale radio maar nog niet commercieel verkrijgbaar was, deed denken aan David Crosby's "Cowboy Movie" van hetzelfde jaar uit If I Could Only Remember My Name. Het combineerde Dolans hippie-roots met een krachtiger geluid dat hij ontwikkelde toen hij zijn 12-snarige akoestische gitaar verving door een elektrische gitaar om voorprogramma's te spelen voor lokale live-helden, Country Weather.

De katalysator bij Warner Bros. was producer Nicky Hopkins, een Britse expat wiens verbluffende keyboardvaardigheden hem een plek hadden opgeleverd in de tourband van The Rolling Stones. Zijn vertrek, één maand na aanvang van de opnames, om zich te richten op Exile On Main Street, was waarschijnlijk de reden waarom Warner Bros. het project stopzette. De ongevoelige, ongerechtvaardigde keuze van het label was extra wreed, aangezien Dolan deze rampzalige ontwikkeling te boven kwam door een andere Engelse producer binnen te halen, Pete Sears, de bassist en toetsenist van Rod Stewart. Samen namen ze nog vier nummers op, die perfect pasten bij het geluid van Hopkins' werk, zij het met meer nadruk op piano.

Dolan, Hopkins en vriend Greg Douglass, de gitarist van Country Weather, hadden oorspronkelijk een aantal van de beste muzikanten uit de regio verzameld, waaronder John Cipollina (Quicksilver Messenger Service) op leadgitaar, Lonnie Turner (The Steve Miller Band) op bas en Prairie Prince van The Tubes op drums). "Inlaws And Outlaws" was nu boordevol bottleneck gitaarsolo's en wilde pianoriedels van Hopkins, terwijl het opzwepende refrein - "Living my life, free!" - extra energie kreeg door de onbekende Pointer Sisters, die een devotionele, gospelachtige dimensie toevoegden. Ze tilden ook het uitbundige Aquarian-anthem "Rainbows" op en versterkten het lieve sentiment achter "Angie", geschreven voor Dolans vrouw en gebracht met een relaxte sereniteit die Tim Buckley zou benutten op Look At The Fool uit 1974.

Zes maanden later kwamen Dolan en Douglass weer samen met Sears en een tweede geweldige line-up om de noodlottige collectie af te maken. Neal Schon, die later Journey zou oprichten, draagt vitale, bluesy gitaar bij aan "Purple An Blonde" - hoewel Dolans krachtige zang toch domineert - terwijl Mic Gillette van Tower Of Power sublieme gedempte Franse hoorn speelt op een oprechte cover van JJ Cale's "Magnolia". "Burgundy Blues" voelt misschien wat onsamenhangend aan in vergelijking, maar zelfs het slotnummer "To Be For You" van 75 seconden is doordrenkt met een transcendent, weemoedig verlangen dat doet denken aan Neil Young's After The Gold Rush.

Tragisch genoeg werd Dolan verpletterd door de acties van Warner Bros. en kwam hij met zijn latere band, Terry & The Pirates, zelden buiten Amerika. Vier decennia later dient zijn verwaarloosde folkrock-klassieker echter als een langverwachte, ontroerende lofzang. Zoals Dolan zelf zingt, "See what your love can do?"

• Gedetailleerd 28 pagina's tellend boekje
• inclusief uitgebreide interviews; zes outtakes.

• 1. See What Your Love Can Do
• 2. Angie
• 3. Rainbow
• 4. Inlaws and Outlaws
• 5. Purple an Blonde...?
• 6. Burgundy Blues
• 7. Magnolia
• 8. To Be For You